HOOFDSTUK 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
-
het plan
het bestemmingsplan Landgoed Brunssheim van de gemeente Brunssum;
-
het bestemmingsplan
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0899.BPLGBrunssheim-VA01 met bijbehorende regels;
-
de verbeelding
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan/ inpassingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
-
aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
-
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
-
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
-
aan huis gebonden beroep
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerp-technisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met dien verstande dat er geen detailhandel is toegestaan met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden beroep;
-
ander-werk
een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid;
-
appartement
een zelfstandig voor verblijf te gebruiken deel van een appartementengebouw;
-
appartementengebouw
een gebouw bestaande uit meerdere appartementen en centrale ruimten ten behoeve van die appartementen;
-
archeologisch deskundige
professioneel archeoloog die op basis van de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie bevoegd is om archeologisch onderzoek uit te voeren en/of Programma’s van Eisen op te stellen en te toetsen;
-
archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten;
-
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
bebouwingspercentage
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
-
bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
-
bedrijfswoning
een (bouwvergunningplichtige) woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
-
belhuis
een inrichting waarin de bedrijfsvoering is gericht op het ter plaatse tegen betaling bieden van gelegenheid tot electronische berichtenuitwisseling in de vorm van telefonie door middel van toegang tot het internet;
-
bestaand
a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
-
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
-
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
-
bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
-
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;
-
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
-
bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
-
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
-
bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
-
bouwvergunningvrij bouwen
het in overeenstemming met het bestemmingsplan en de krachtens dat plan gestelde eisen - bouwen van een kampeermiddel ten behoeve van recreatief nachtverblijf, waarvoor op grond van artikel 40, lid 2 van de Woningwet geen bouwvergunning vereist is;
-
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
-
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
-
centrale recreatieve voorzieningen
voorzieningen ten behoeve van de aanwezige recreatieve nachtverblijfeenheden en kampeermiddelen zoals de receptie, kantine, slechtweervoorziening, snackbar, campingwinkel e.d.;
-
chalet
een kampeermiddel voorzien van (een) as/wielstelsel(s), dat mede gelet op de afmetingen en vorm kennelijk niet bestemd is om (in zijn geheel) regelmatig en op een normale wijze op de verkeerswegen ook voor grotere afstanden als een aanhangsel van een motorvoertuig te worden voortbewogen en dat als bouwwerk dient te worden aangemerkt;
-
coffeeshop
een alcoholvrije horecagelegenheid waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt;
-
consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten
het beroepsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, in afwijking van het aan huis gebonden beroep, gericht op consumentenverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk en waarbij de omvang van de activiteiten in de woonbebouwing zodanig is dat de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd;
-
dagrecreatie
recreatief (mede-)gebruik van gronden (ligweide, strand en water) zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen;
-
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
-
eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond;
-
erotisch getinte vermaaksfunctie
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
-
escortbedrijf
het al dan niet bedrijfsmatig aanbieden van prostitutie op een andere plaats dan waar het aanbieden zelf plaatsvindt;
-
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
-
gebruiken
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
-
groepsaccommodatie
een gebouw of een aantal gekoppelde chalets, bestaande uit tenminste een dagverblijf, een keuken, een sanitairgroep en meerdere slaapgedeelten, dat blijvend bestemd of opgericht is dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf door groepen personen;
-
growshop
een bedrijf waar hoofdzakelijk detailhandel plaatsvindt in producten ten behoeve van teelt van hennepplanten, zoals zaden, groeilampen, luchtfilters, literatuur etc.;
-
headshop
een bedrijf waar hoofdzakelijk detailhandel plaatsvindt in voor het nuttigen van softdrugs benodigde attributen;
-
hoofdgebouw
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
-
hoofdverblijf
het adres dat fungeert als het centrum van iemands sociale en maatschappelijke activiteiten en dat ingevolge de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens noopt tot inschrijving als woonadres;
-
horeca
een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag en/of in de avonduren dranken en/of etenswaren worden verstrekt, zoals theehuisjes, ijssalons, croissanterieën, (dag-) cafés, (dag-) restaurants en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven;
-
kampeermiddel
tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
-
natuurwaarden
de aan een gebied eigen zijnde ecologische waarden;
-
ontheffing
een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder c. van de Wet ruimtelijke ordening;
-
overkapping
een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
-
peil
a. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
c. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabij gelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
-
permanente bewoning
het gebruik van een kampeermiddel of recreatiewoning door een persoon, gezin of andere groep van personen, op een wijze die in gevolge de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegeven noopt tot inschrijving van de bewoners in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Brunssum, terwijl aannemelijk is gemaakt dat deze personen elders niet over een hoofdverblijf beschikken;
-
prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
-
recreatief nachtverblijf
het zich bevinden op of in een kampeerplaats, een kampeermiddel of in een recreatiewoning tussen in ieder geval 22.00 uur en 06.00 uur;
-
seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
-
smartshop
een bedrijf waar hoofdzakelijk detailhandel plaatsvindt in producten als ecodrugs (natuurproducten als paddestoelen en cactussen), energy-drankjes en vitamine-preparaten;
-
uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
-
uitvoeren
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
-
verblijfsrecreatie
recreatief gebruik van chalets en appartementen als recreatief (nacht)verblijf, met uitsluiting van permanente bewoning;
-
voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
-
wijziging
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a. van de Wet ruimtelijke ordening;
-
woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze van meten
-
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de horizontale diepte van een gebouw
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
-
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, veranda’s en overstekende daken buiten beschouwing gelaten.
HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Natuur
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Natuur” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuurwaarden;
-
het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de ecologische verbindingszone;
-
extensieve dagrecreatie;
met daaraan ondergeschikt :
-
bouwwerken geen gebouwen zijnde ;
-
wegen, paden en parkeervoorzieningen ten behoeve van bestemmingsverkeer.
3.2 Bouwregels
-
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
-
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 2 m bedragen.
3.3 Aanlegvergunning
-
Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 3.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
1. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
2. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
3. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
4. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
5. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen.
-
Een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 3.3.a mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuurwaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
-
Een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 3.3.a wordt niet verleend dan nadat burgemeester en wethouders daarover een advies hebben ingewonnen van een onafhankelijk landschapsdeskundige.
-
Geen aanlegvergunning is nodig voor:
1. andere-werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
2. andere-werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.
3.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone - wijzigingsgebied 3” wijzigen in de bestemming “Recreatie – Verblijfsrecreatie” met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - plaatsingsgebied chalets', met inachtname van de volgende voorwaarden :
-
er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden ;
-
de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval moet worden aangetoond dat het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is ;
-
er compensatie van de natuur plaatsvindt in de vorm van herbegrenzing van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) ;
-
er overleg met de provincie Limburg plaatsvindt met betrekking tot het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid en de daarmee samenhangende herbegrenzing van de EHS, overeenkomstig de voorwaarden zoals gesteld in het actuele Provinciaal Omgevingsplan Limburg en de aanvullende beleidsnotities.
(Doorhaling naar aanleiding van reactieve aanwijzing van Gedeputeerde Staten van Limburg d.d. 1 maart 2011, kenmerk 2010 25932.)
Artikel 4 Recreatie - Verblijfsrecreatie
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Recreatie – Verblijfsrecreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor verblijfsrecreatie in de vorm van:
-
chalets;
-
groepsaccommodaties;
-
bergingen bij chalets en groepsaccommodaties;
-
gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen – daaronder begrepen horeca en wellness- en beheer en onderhoud;
-
groenvoorzieningen,
met daaraan ondergeschikt:
-
wegen, paden en parkeervoorzieningen ten behoeve van bestemmingsverkeer;
-
water;
-
openbare nutsvoorzieningen met de daarbij behorende gebouwen,
met de daarbij behorende:
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Chalets mogen uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - plaatsingsgebied chalets', worden geplaatst, zulks met een maximum van 240 stuks, waarvan maximaal 50% uitgevoerd in twee bouwlagen.
Gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen en beheer en onderhoud mogen uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - centrale voorzieningen', worden geplaatst. Voor zover een gebouw ten behoeve van centrale voorzieningen en beheer en onderhoud wordt uitgevoerd met een verdieping onder de kap, mag die verdieping worden benut voor het realiseren van appartementen (in totaal maximaal 4) ten behoeve van recreatief gebruik of tijdelijke huisvesting van (seizoen-)personeel.
Groepsaccommodaties mogen uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie”, worden geplaatst.
4.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van chalets gelden de volgende regels:
1. de goothoogte van een chalet mag niet meer dan 3 m bedragen;
2. de bouwhoogte van een chalet mag niet meer dan 3,5 m bedragen;
3. de oppervlakte van een chalet mag niet meer dan 75 m² bedragen ;
4. de afstand tussen een chalet en een gebouw op een ander perceel moet ten minste 5 m bedragen;
5. een in één bouwlaag uitgevoerd chalet mag bouwvergunningvrij worden gebouwd tot een oppervlakte van maximaal 70 m².
-
Voor het bouwen van groepsaccommodaties gelden de volgende regels:
1. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen een bouwvlak
2. de goothoogte van een groepsaccommodatie mag niet meer dan 3,5 m bedragen;
3. de bouwhoogte van een groepsaccommodatie mag niet meer dan 6,5 m bedragen;
4. de oppervlakte van een groepsaccommodatie mag niet meer dan 225 m² bedragen;
5. de afstand tussen een groepsaccommodatie en een gebouw op een ander perceel moet tenminste 5 m bedragen.
-
Voor het bouwen van bergingen bij chalets en groepsaccommodaties gelden de volgende regels:
1. bij een chalet of en groepsaccommodatie mag niet meer dan 1 bijgebouw worden gebouwd;
2. de bouwhoogte van een bijgebouw mag niet meer dan 3 m bedragen;
3. de oppervlakte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan:
a. 9 m² bij een chalet;
b. 25 m² bij een groepsaccommodatie.
4. de afstand tussen een berging en een gebouw op een ander perceel moet tenminste 5 m bedragen.
-
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen en beheer en onderhoud gelden de volgende regels:
1. een gebouw ten behoeve van centrale voorzieningen en beheer en onderhoud mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
2. de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 4 m bedragen;
3. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 10 m bedragen.
-
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen geldt de volgende regel:
- de oppervlakte van een gebouw mag niet meer dan 30 m² bedragen.
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
1. erf- en terreinafscheidingen mogen uitsluitend worden gebouwd bij groepsaccommodaties, bij bedrijfswoningen en gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen en beheer en onderhoud, alsmede ter afscheiding van het totale recreatiepark;
2. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1,5 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van een erf- en terreinafscheidingen ter afscheiding van het gehele recreatiepark niet meer dan 2 m mag bedragen;
3. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6 m bedragen.
4.3 Ontheffing van de bouwregels
-
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 4.2.a.2 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot 6,5 m ten behoeve van het bouwen van een chalet met twee bouwlagen.
-
Ontheffing als bedoeld in artikel 4.3.a. kan slechts worden verleend, mits :
1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad ;
2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van bouwwerken ten behoeve van permanente bewoning, doch met uitzondering van de huisvesting van één huishouden per bedrijfswoning.
4.5 Wijzigingsbevoegdheid
-
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone - wijzigingsgebied 1” wijzigen door het aangeven van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie – groepsaccommodatie”, met inachtname van de volgende voorwaarden:
1. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
2. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval moet worden aangetoond dat het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is.
-
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone - wijzigingsgebied 1” wijzigen voor het bouwen van een appartementengebouw ten behoeve van recreatief verblijf, met in acht neming van de volgende voorwaarden:
1. er dient sprake te zijn van een bodemgeschiktheidsverklaring;
2. het appartementengebouw moet ten minste 2 bouwlagen en mag ten hoogste drie bouwlagen bevatten en moet worden uitgevoerd in een cascadevorm;
3. het appartementengebouw mag ten hoogte 30 appartementen bevatten ;
4. een appartement mag niet groter zijn dan 90 m², exclusief algemene ruimten en bergingen ;
5. er moeten voldoende parkeervoorzieningen worden getroffen in de onmiddellijke omgeving van het appartementengebouw;
6. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
7. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval moet worden aangetoond dat het wijzigingsplan:
i. financieel uitvoerbaar is;
ii. uitvoerbaar is op grond van de voor aspecten als geluid, luchtkwaliteit, verkeer, flora & fauna, externe veiligheid en archeologie geldende criteria.
-
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone - wijzigingsgebied 2” wijzigen voor het bouwen van één bedrijfswoning per vlak ten behoeve van permanent verblijf, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
1. er dient sprake te zijn van een bodemgeschiktheidsverklaring;
2. de noodzaak van een bedrijfswoning dient te worden aangetoond;
3. de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 4 m bedragen;
4. de bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 8 m bedragen;
5. de inhoud van een bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 450 m³ bedragen;
6. de oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 15 m²;
7. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronde ;
8. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval moet worden aangetoond dat het wijzigingsplan:
i. financieel uitvoerbaar is;
ii. uitvoerbaar is op grond van de voor aspecten als geluid, luchtkwaliteit, verkeer, flora & fauna, externe veiligheid en archeologie geldende criteria.
Artikel 5 Recreatie - Dagrecreatie
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Recreatie - Dagrecreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor dagrecreatie in de vorm van :
-
ligweide, strand en water ;
-
gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen – daaronder begrepen horeca - en beheer en onderhoud ;
-
groenvoorzieningen,
met daaraan ondergeschikt:
-
wegen, paden en parkeervoorzieningen ten behoeve van bestemmingsverkeer;
-
openbare nutsvoorzieningen met de daarbij behorende gebouwen,
met de daarbij behorende:
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen en beheer en onderhoud gelden de volgende regels:
1. de totale oppervlakte van gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen en beheer en onderhoud mag niet meer dan 80 m² bedragen ;
2. de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 3,50 m bedragen;
3. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 6 m bedragen.
-
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen geldt de volgende regel:
- de oppervlakte van een gebouw mag niet meer dan 30 m² bedragen.
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1,5 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van een erf- en terreinafscheidingen ter afscheiding van het gehele recreatiepark niet meer dan 2 m mag bedragen;
2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6 m bedragen.
5.3 Ontheffing van de bouwregels
-
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:
1. artikel 5.2.a.1 voor het vergroten van de maximale oppervlakte tot 100 m²;
2. artikel 5.2.a.3 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot 7 m.
-
Ontheffing als bedoeld in artikel 5.3.a. kan slechts worden verleend, mits :
1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gebouwen ten behoeve van permanente en recreatieve bewoning.
Artikel 6 Water - Natuurbad
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Water - Natuurbad" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
(zwem-)water ten behoeve van dagrecreatief gebruik;
met daaraan ondergeschikt:
-
strand en ligweide ;
-
openbare nutsvoorzieningen met de daarbij behorende gebouwen
met de daarbij behorende:
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van steigers ;
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen geldt de volgende regel:
- de oppervlakte van een gebouw mag niet meer dan 30 m² bedragen.
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1,5 m bedragen;
2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6 m bedragen.
Artikel 7 Wonen
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Wonen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
woningen, maximaal 1 vrijstaande woning per bouwvlak;
-
aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen ;
-
tuin en/of erf;
met de daarbij behorende:
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde ;
-
wegen, paden en parkeervoorzieningen ten behoeve van bestemmingsverkeer.
7.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van woningen en aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen gelden de volgende regels:
1. er mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
2. er is één woning toegestaan;
3. de goothoogte van een woning mag niet meer dan 4 m bedragen;
4. de bouwhoogte van een woning mag niet meer dan 8 m bedragen ;
5. de inhoud van een woning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 500 m³ bedragen;
6. de oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 25 m²;
7. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m.
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m;
2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6 m bedragen.
7.3 Ontheffing van de bouwregels
-
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 7.2.a.6 voor het vergroten van de toegestane oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen tot 30 m³.
-
Ontheffing als bedoeld in artikel 7.3.a. kan slechts worden verleend, mits :
1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad ;
2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
7.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van een woning ten behoeve van een aan huis gebonden beroep, tenzij:
-
de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
-
er geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
-
het gebruik ten behoeve van een aan huis gebonden beroep maximaal 30 % van het vloeroppervlak tot een maximum van 35 m² betreft;
-
het aan huis gebonden beroep wordt uitgeoefend door de bewoner van het pand;
-
de woonuitstraling van de bebouwing behouden blijft;
-
het aan huis gebonden uitgeoefend wordt in de hoofdmassa en/of het aangebouwde bijgebouw; danwel in een vrijstaand bijgebouw gelegen binnen een zone van 3 meter uit de oorspronkelijke achtergevel;
-
de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed.
7.5 Ontheffing van de gebruiksregels
-
Burgemeester en wethouder kunnen ontheffing verlenen voor het gebruik van een deel van de woning voor de uitoefening van consumentverzorgende ambachtelijkebedrijfsactiviteiten, met detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit.
-
Ontheffing als bedoeld in artikel 7.5.a. kan slechts worden verleend, mits :
1. het betreffende gebruik niet meer dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning betreft met een maximum van 35 m²;
2. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
3. het woonmilieu ter plaatse niet onevenredig worden geschaad;
4. parkeren op eigen terrein kan geschieden.
Artikel 8 vrijwaringszone - straalpad
8.1 Bestemmingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' zijn de gronden, naast de aldaar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de instandhouding van het straalpad.
8.2 Bouwregels
Ter plaatse van respectievelijk binnen een afstand van 100 m ter weerszijden van de aanduiding “vrijwaringszone – straalpad” mag de hoogte van een bouwwerk of ander werk niet meer bedragen dan 20 m.
HOOFDSTUK 3 Algemene regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene bouwregels
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige op de plankaart aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, meer bedraagt dan in de bouwvoorschriften in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Artikel 11 Algemene ontheffingsregels
-
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
c. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;
d. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m.
-
Ontheffing als bedoeld in artikel 11.1 kan slechts worden verleend, mits:
a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 12 Algemene gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen:
-
een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
-
een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
-
een gebruik van gronden en bouwwerken voor een discotheek ;
-
een gebruik van gronden en bouwwerken voor een erotisch getinte vermaaksfunctie, prostitutie, seksinrichting en/of escortbedrijf ;
-
een gebruik van gronden en bouwwerken voor een coffeeshop, growshop, headshop en/of smartshop, een groothandel van producten die in het maatschappelijk verkeer worden aangeduid als smart-, head- en/of growshopproducten, en een belhuis.
Artikel 13 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
bestemmingsgrenzen mogen met niet meer dan 15 m worden verschoven;
-
de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad ;
-
het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.
HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 15 Overgangsrecht
15.1 Overgangsrecht bouwwerken
-
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
-
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
-
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
15.2 Overgangsrecht gebruik
-
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
-
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
-
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
-
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Artikel 16 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Landgoed Brunssheim.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Raad van de gemeente Brunssum d.d. 1 februari 2011.
De voorzitter, De griffier,