Gemeente:
Brunssum
Plannaam:
Bestemmingsplan Centrum
Status:
Vastgesteld
Status Datum:
24-02-2010

Artikel 17 Leiding - Gas

 

17.1 bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

      1. een ondergrondse hoofdtransportgasleiding ter plaatse van de aanduiding hartlijn leiding - gas;

      2. het beheer en onderhoud van de leiding;

      3. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;

met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 16) zijn op de in dit artikel bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.

17.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 16) mag binnen een afstand van 4 m aan weerszijden van de gasleiding geen nieuw bouwwerk worden gebouwd.

17.3 ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 17.2 voor het toestaan van de in artikel 17.1 genoemde functies en het bouwen van bouwwerken ten behoeve van die functies, mits:

      1. ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd;

      2. advies is verkregen van de leidingbeheerder.

17.4 aanlegvergunning

 

17.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 17.2 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

      1. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;

      2. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;

      3. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;

      4. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen;

      5. het verrichten van grondroeractiviteiten, bijvoorbeeld het aanbrengen van riolering, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;

      6. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;

      7. het plaatsen van onroerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;

      8. het indrijven van voorwerpen in de bodem.

17.4.2 Weigeringsgronden

Een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 17.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

17.4.3 Advies

Een aanlegvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.

17.4.4 Geen aanlegvergunning is nodig voor

      1. andere-werken die het normale onderhoud en beheer betreffen;

      2. andere-werken die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.