direct naar inhoud van Artikel 5 Bos
Plan: Bedrijventerreinen
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0899.BVObedrterreinen-VA01

Artikel 5 Bos

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Doeleinden

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud en/of herstel van de aanwezige landschappelijke en natuurlijke waarden;
  • b. bossen en houtopstanden;
  • c. extensieve dagrecreatie, zoals wandelen en fietsen;
  • d. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. de daarbij behorende voorzieningen.
5.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 26.1.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Bos' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

5.2.2 Andere bouwwerken

Op de voor 'Bos' aangewezen gronden mogen geen andere bouwwerken worden gebouwd.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 5.2, ten behoeve van:

  • a. gebouwen en overkappingen ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat de oppervlakte maximaal 10 m² bedraagt en de hoogte maximaal 3,00 meter bedraagt;
  • b. een hoogzit ten behoeve van de uitoefening van de jacht met een maximale hoogte van 4,00 meter;
  • c. nestpalen, met dien verstande dat de hoogte maximaal 10,00 meter bedraagt;
  • d. bij de bestemming passende andere bouwwerken, geen gebouw zijnde, waarbij de volgende regels in acht worden genomen:
    • 1. de bouwhoogte van terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter;
    • 2. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 meter.

onder de voorwaarden dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • 1. de verkeersveiligheid;
  • 2. de milieusituatie;
  • 3. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • 4. de landschappelijke en/of natuurlijke waarden en/of archeologische waarden van de gronden;
  • 5. de waterstaatkundige en waterhuishoudkundige waarden van de gronden en van de aangrenzende gronden.
5.4 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 4.1.1 wordt ten minste verstaan het gebruik van gronden:

  • a. voor sport- of wedstrijdterreinen, kampeer- of caravanterreinen, campings en zwemgelegenheden;
  • b. voor het beproeven van voertuigen, het beoefenen van de motorsport, voor het houden van wedstrijden met motorrijtuigen of bromfietsen;
  • c. voor het racen of crossen met motorrijtuigen of bromfietsen;
  • d. als staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • e. voor de stalling en opslag van aan het oorspronkelijke gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen;
  • f. voor het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de opslag van afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie;
  • g. voor het gebruik ten behoeve van horecadoeleinden;
  • h. voor het gebruik ten behoeve van detailhandel.
5.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
5.5.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Bos' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het wijzigen van de bodemstructuur, het ophogen, afgraven en egaliseren van gronden met meer dan 0,20 meter;
  • b. het aanbrengen van opgaande beplantingen, zoals bosschages, houtwallen en singels;
  • c. het verwijderen van opgaande beplantingen, zoals bosschages, houtwallen en singels;
  • d. het dempen, graven en/of uitdiepen van sloten, vaarten, poelen en daarmee gelijk te stellen waterpartijen;
  • e. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- en / of telecommunicatieleidingen, met uitzondering van het aanbrengen van leidingen ten behoeve van de aansluiting van percelen op het openbare voorzieningennet;
  • f. het verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • g. het aanbrengen dan wel wijzigen van drainage systemen.
5.5.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 5.5.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het aansluiten van bouwwerken op het net van openbare nutsvoorzieningen;
  • c. werken of werkzaamheden die deel uitmaken van de activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van een beheersplan zoals bedoeld in de Natuurbeschermingswet, welke is vastgesteld door Gedeputeerde Staten of het Ministerie en daarmee in overeenstemming is bevonden;
  • d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning/ontheffing mogen worden uitgevoerd.
5.5.3 Toelaatbaarheid

De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.5.1 kan alleen worden verleend indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 5.1.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.