direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch bedrijf
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0899.BVObuitengebied-VA01

Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemeen

De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden agrarische bedrijven, niet zijnde een intensieve veehouderij, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'manege' uitsluitend een manege met bedrijfswoning is toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens detailhandel in de vorm van een tuincentrum en kwekerij is toegestaan;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - rundveehouderij' uitsluitend het houden van rundvee is toegestaan;
  • b. een bestaande bedrijfswoning uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. ondergeschikte detailhandel in de vorm van de verkoop van eigen geteelde producten

met daaraan ondergeschikt:

    • 1. tuinen, erven en groenvoorzieningen;
    • 2. ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
    • 3. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
    • 4. nutsvoorzieningen.
4.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 30.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Op de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten behoeve van de in artikel 4.1 genoemde bestemming, voor de uitoefening van één bedrijf per bestemmingsvlak, uitsluitend binnen de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. één bedrijfswoning per bedrijf mits aangeduid op de verbeelding, uitsluitend binnen de aanduiding 'bouwvlak';
  • c. de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken, uitsluitend binnen de aanduiding 'bouwvlak';
  • d. andere bouwwerken ten behoeve van de in artikel 4.1 genoemde bestemming;

met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.2.3 tot en met 4.2.6.

4.2.2 Ondergronds bouwen

Er mag ondergronds worden gebouwd tot een verticale bouwdiepte van maximaal 5 meter, met inachtname van de bepalingen van artikel 4.2.3 tot en met 4.2.5.

4.2.3 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van de bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. het bouwpercentage per bouwvlak bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangeduide percentage;
  • b. de goothoogte van gebouwen bedraagt maximaal 4,50 meter;
  • c. de dakhelling bedraagt minimaal 30o en maximaal 60o;
4.2.4 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. per bedrijf is slechts één bedrijfswoning toegestaan mits aangeduid op de verbeelding als 'bedrijfswoning' en gesitueerd binnen het bouwvlak;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt maximaal 800 m³, dan wel maximaal de bestaande inhoud indien deze groter is;
  • c. de goothoogte van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 7,00 meter, dan wel maximaal de bestaande goothoogte indien deze groter is;
  • d. de dakhelling bedraagt minimaal 30o en maximaal 60o.
4.2.5 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 75 m²;
  • b. bijbehorende bouwwerken worden gebouwd op ten minste 3,00 meter achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan;
  • c. de dakhelling bedraagt minimaal 30o en maximaal 60o;
  • d. de goothoogte bedraagt maximaal 3,50 meter.
4.2.6 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. andere bouwwerken mogen uitsluitend achter de naar de weg gekeerde bouwgrens worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal 8,00 meter, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 1,00 meter bedraagt en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2,00 meter bedraagt.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Mestopslag

Mestopslag dient binnen het bouwvlak plaats te vinden en is slechts toegestaan tot een maximale maat van 2.500 m3.

4.3.2 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of laten gebruiken in strijd met de beheersverordening wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling', een en ander met uitzondering van parkeren ten behoeve van het op de bestemming gerichte gebruik;
  • b. de opslag van afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie;
  • c. het gebruik van een vrijstaand bijgebouw voor bewoning;
  • d. permanente of tijdelijke bewoning die geen verband houdt met de agrarische bedrijfsvoering;
  • e. detailhandel en groothandel, anders dan de verkoop van bedrijfsproducten afkomstig van het eigen bedrijf en in eigen beheer;
  • f. intensieve veehouderij;
  • g. de plaatsing van meer dan 15 kampeermiddelen;
  • h. buitenopslag voor de voorgevel van het hoofdgebouw.