a. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor zover het betreft de begrenzingen van de op de bestemmingskaart aangegeven bestemmingen, met dien verstande dat de oppervlakte van de te wijzigen aaneengesloten bestemming met niet meer dan 10% wordt gewijzigd, indien daardoor het door de Raad van de gemeente vastgestelde beleid beter kan worden gerealiseerd, de aanliggende bestemmingen overeenkomstig worden gewijzigd en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
b. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd het plan voor zover het betreft het vervangen van enige bestemming ten behoeve van het oprichten van milieustations met een grondoppervlak van maximaal 3.000 m2 en met maximaal 200 m2 grondoppervlak gebouwen met een goothoogte van maximaal 4,50 m. per milieustation, indien de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed, de voorziening op een goede wijze ruimtelijk wordt ingepast en de Regionale Inspecteur van de Volksgezondheid voor de Milieuhygiëne in Limburg is gehoord.
c. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor zover het betreft de verplaatsing van de bestemming verkeersdoeleinden aangegeven op de bestemmingskaart met een afstand van maximaal 25 m. gemeten uit het hart van de bestemming, indien dit ter plaatse noodzakelijk is voor onder meer realisering van verkeerskundige maatregelen die de verkeersveiligheid en/of doorstroming bevorderen. De oppervlakte van de aanliggende bestemmingen die in deze wijziging betrokken is, blijft gelijk resp. wordt op redelijke wijze gecompenseerd.
d. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten aanzien van de aangeduide begrenzingen van de milieucategorieën indien daarmee recht wordt gedaan aan de feitelijke situatie, het woonmilieu in de directe omgeving of het woon- en/of bedrijfsmilieu binnen de plangrens ter plaatse niet onevenredig wordt benadeeld en mits de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
e. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten aanzien van de aangeduide Ke.-contouren vliegveld Geilenkirchen, indien na aanwijzing van de minister blijkt dat de nu opgenomen Ke-contouren vliegveld Geilenkirchen niet meer in overeenstemming zijn met het feitelijk verloop van de Ke-contouren.