direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0899.BVObuitengebied-VA01

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving
10.1.1 Doeleinden

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sociale en culturele doeleinden (incl. sportvoorzieningen), godsdienstuitoefening, onderwijs/ educatie en medische doeleinden;
  • b. een kerk ter plaatse van de aanduiding 'religie';
  • c. horeca ondergeschikt aan en ten dienste van de toegelaten functies;

met daaraan ondergeschikt:

    • 1. tuinen, erven en verharding;
    • 2. doeleinden van openbaar nut;
    • 3. groenvoorzieningen;
    • 4. verkeersdoeleinden;
    • 5. voorzieningen voor de waterhuishouding;
    • 6. parkeervoorzieningen.
10.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 30.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten behoeve van de in artikel 10.1 genoemde bestemming;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. andere bouwwerken.
10.2.2 Ondergronds bouwen

Er mag ondergronds worden gebouwd tot een verticale bouwdiepte van maximaal 5 meter, met inachtname van de bepalingen van artikel 10.2.3 en 10.2.4.

10.2.3 Hoofdgebouwen

Binnen het bouwvlak gelden voor het bouwen van gebouwen de volgende regels:

  • a. het hoofdgebouw dient binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de voorgevel van het hoofdgebouw wordt geplaatst in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens;
  • c. de grenzen van het bouwvlak mogen worden overschreden door erkers, luifels, balkons en dergelijke mits de diepte gemeten vanaf de bouwvlakgrens niet meer dan 1 meter bedraagt en de breedte niet meer dan 40% van de breedte van het hoofdgebouw;
  • d. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd met dien verstande dat het maximum bebouwingspercentage zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' niet mag worden overschreden;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de goothoogte maximaal de aangeduide hoogte bedragen met dien verstande dat indien geen maximale goothoogte is opgenomen de goothoogte niet meer mag bedragen dan de goothoogte van de bestaande bebouwing.
10.2.4 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen binnen het bouwvlak en in het achtererfgebied worden opgericht, met dien verstande dat de afstand van de bebouwing tot de aan de voorzijde van het hoofdgebouw gelegen voorgevelrooilijn minimaal 2,40 meter en tot het aan de voorzijde van het hoofdgebouw gelegen openbaar gebied minimaal 5 meter bedraagt;
  • b. de totale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw, voor zover gelegen buiten het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan 70 m2;
  • c. goothoogte van een bijbehorend bouwwerk bedraagt maximaal 3,2 meter;
  • d. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk bedraagt maximaal 6 meter;
  • e. het maximale bebouwingspercentage per bouwperceel bedraagt 50, met dien verstande dat voor gestapelde woningen een bebouwingspercentage van 60 geldt;
  • f. de afstand van het bijbehorende bouwwerk tot de zijdelingse bouwperceelsgrens bedraagt minimaal 3 meter.
10.2.5 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen binnen het achtererfgebied bedraagt maximaal 2 meter;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het achtererfgebied bedraagt maximaal 1 meter;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt maximaal 8 meter;
  • d. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt maximaal 9 meter;
  • e. de bouwhoogte van antennemasten bedraagt maximaal 12 meter;
  • f. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter.
10.3 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken in strijd met de beheersverordening wordt in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. zelfstandige horeca;
  • b. zelfstandige woonfunctie;