Plan: | Brunssum - Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0899.BpBrunssumOost-VA01 |
het bestemmingsplan 'Brunssum - Oost' van de gemeente Brunssum, bestaande uit de geometrisch bepaalde objecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0899.BpBrunssumOost-VA01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
het uitoefenen van een vrij beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, therapetisch, juridisch of een daarmee gelijk te stellen gebied, die door de beperkte omvang en de aan het wonen ondergeschikte ruimtelijke uitstraling in een woning en de daarbij behorende gebouwen kunnen worden uitgeoefend.
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant, van het hoofdgebouw erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
een centrum voor de opvang van asielzoekers;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
het oppervlak dat maximaal met bouwwerken mag worden bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de planregels nader aan te duiden vlak.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
het vloeroppervlak van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
de onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder.
feitelijk (duurzaam) legaal aanwezig op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan of legaal aanwezig geweest in een periode van twee jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het bevoegd gezag in de zin van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Als hoofdregel is dit het college van burgemeester en wethouders van Brunssum.
een ontvangstruimte voor bezoekers van het park waar tevens het verhuur van fietsen en de verkoop van merchandise plaats vindt. De ruimte is mede bestemd voor natuureducatie en horeca.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een aangewezen terrein waar maximaal 20 campers mogen staan gedurende 48 uur.
een bedrijf dat tot doel heeft het verstrekken van verdovende en/of hallucinerende stoffen voor consumptie al dan niet ter plaats, dan wel van hulpmiddelen om deze stoffen zelf te produceren. Als nevenactiviteit is sprake vam het verstrekken van dranken en kleine etenswaren voor consumptie ter plaatse.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop der geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
uitbreiding van de woning waarbij een (gedeeltelijke) verdieping bovenop de woning wordt aangebracht, waarmee een nieuwe ruimte wordt gecreëerd of een bestaande ruimte wordt vergroot. Dit resulteert in een wijziging van de vorm en het profiel van het dak, waarbij de bestaande bouw- of goothoogte meestal wordt verhoogd.
Verschillende vormen van dakopbouw
het bedrijfsmatig te koop aanbieden waaronder mede begrepen het uitstallen ter verkoop, verkopen en/of afleveren van goederen aan degenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen. De commerciële uitoefening van maatschappelijke functies wordt hieronder ook begrepen.
al dan niet bebouwd perceel exclusief hoofdgebouw, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, voor zover het bestemmingsplan die inrichting niet verbiedt.
bouwwerk ten behoeve van de afbakening van een erf.
ondergeschikte toevoeging van maximaal één bouwlaag aan de gevel van een gebouw. Een erker wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk. Een erker wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
een exploitant of beheerder die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die niet ter plekke wordt uitgevoerd (escortservices, bemiddelingsbureau's en dergelijke), waarbij uitgesloten het gebruik als vergaderruimte, verzamelplaats, kantine, wachtruimte, of iets van dien aard, voor en/of door prostituees of klanten;
een terrein waarop evenementen gehouden kunnen worden, met dien verstande dat er maximaal 3 evenementen met versterkte muziek op het buitenterrein mogen plaatsvinden en deze uitsluitend tussen 14.00 uur en 00.30 uur in de zomerperiode mogen plaatsvinden. Tevens is het terrein en de zich daarop bevindende gebouwen bestemd voor overnachtingen, een route voor een stoomtrein en culturele activiteiten.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfs- of beroepsactiviteit.
verzamelnaam voor produkten welke gebruikt worden voor de kweek van hennep zoals onder andere meststoffen, zaden, groeilampen, ventilatoren, lectuur.
een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, handelingen en werkzaamheden worden verricht die verband houden met, dan wel inherent zijn aan, het exploiteren, uitstalling ter verkoop, verkopen en/of leveren van grow-produkten.
verzamelnaam voor produkten welke verwant zijn aan de hasj-cultuur zoals onder andere waterpijpen, vloeipapier, cocaïnedoosjes en versnijdingsmiddelen zoals cafeïne.
een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, handelingen en werkzaamheden worden verricht die verband houden met, dan wel inherent zijn aan, het exploiteren, uitstalling ter verkoop, verkopen en/of leveren van head-produkten.
een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
De horecabedrijven zijn in drie categorieën te onderscheiden:
Bedrijven die in beginsel alleen overdag en ’s avonds behoeven te zijn geopend ( vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:
1a. Aan de detailhandelfunctie verwante horeca, bijvoorbeeld:
- automatiek;
- broodjeszaak;
- cafetaria;
- croissanterie;
- koffiebar;
- lunchroom;
- ijssalon;
- snackbar;
- tearoom;
- traiteur.
1b. Overige lichte horeca, bijvoorbeeld:
- bistro;
- restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice);
- hotel;
1c. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking, bijvoorbeeld:
- bedrijven genoemd onder 1a. en 1b. met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 250 m2;
- restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, McDrive).
Bedrijven, die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld:
- bar;
- bierhuis;
- biljartcentrum;
- café;
- proeflokaal;
- shoarma/grillroom;
- zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/ dansevenementen).
Bedrijven die voor een goed functioneren ook ’s nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers trekken en daardoor grote hinder voor de omgeving kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld:
- dancing;
- discotheek
- nachtclub;
- partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/ dansevenementen.
voorzieningen, geen horecabedrijf zijnde en ondergeschikt aan de hoofdfunctie, voor het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en etenswaar voor het gebruik.
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak die wordt bepaald door de onderliggende samenhang en be?nvloeding van de levende en niet-levende natuur.
een niet zelfstandig dragende horizontale overbouwing, welke slechts bestaat uit een constructie tegen weersinvloeden tegen de muur van een gebouw aangebracht meestal boven een deur, raampartij of gehele pui. Een luifel wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
(niet commerciële) educatieve, sociaal-medische, levensbeschouwelijke, voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, bemalingsinstallaties, gemalen, telefooncellen, bluswatervoorzieningen en zendmasten.
opvanglocatie in noodgevallen.
1. voor gebouwen waarvan de voorgevel direct grenst aan een weg: de door de gemeenteraad of burgemeester en wethouders vastgestelde hoogte van de weg ter plaatse van de voorgevel;
2. voor gebouwen waarvan de voorgevel niet direct aan een weg grenst: de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de voorgevel bij voltooiing van de bouw;
3. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een perceel.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. Hieronder wordt ook verstaan thuisprostitutie.
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostitué(e) tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen.
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte.
een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin bedrijfsmatig handelingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden tevens begrepen:
verzamelnaam voor produkten met een sterk stimulerende werking. De betreffende produkten zoals onder andere herbal, XTC, frisdranken met guarana, produkten met efedrine en paddo's kunnen zijn samengesteld uit meerdere oppeppende psychotrope stoffen.
een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, handelingen en werkzaamheden worden verricht die verband houden met, dan wel inherent zijn aan, het exploiteren, uitstalling ter verkoop, verkopen en/of leveren van smart-produkten.
een toren die gebruikt wordt om vanuit een hoog punt de wijde omgeving te kunnen bekijken.
het nachtverblijf voor recreatieve doeleinden, waarbij ten minste een nacht wordt doorgebracht
gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van de weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt. De voorgevel van patio-/kwadrantwoningen is de gevel ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn'.
een denkbeeldige lijn ter plaatse van de voorgevel van een gebouw, zoals dat blijkens de verbeelding aanwezig is, en het verlengde daarvan (tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen).
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grenzen van een perceel en enig punt van het op dat perceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige, vergunningplichtige bouwwerken tezamen.
het percentage van een perceel dat met bouwwerken mag worden bebouwd.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakkapellen of dakopbouwen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 70% van de breedte van de achtergevel of meer dan 50% van de breedte van de overige gevels, is de goot, de druiplijn of het boeiboord van die dakkapel of dakopbouw maatgevend voor het bepalen van de goothoogte.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of) het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten grootste afstand.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 meter bedraagt.
De in deze regels gegeven bepalingen omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op dakkapellen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 19.1.
Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Er mag ondergronds worden gebouwd tot een verticale bouwdiepte van maximaal 5 meter.
Binnen het bouwvlak gelden voor het bouwen van gebouwen de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid 4.1 genoemde gronden mag niet worden gebouwd.
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde:
onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 4.2.1 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming met een bouwhoogte van maximaal 5 meter, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in 4.1 onder a bedoelde waarden.
Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 4.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid 5.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Op de voor 'Recreatie' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op en onder de in lid 5.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de aanduidingen alsmede de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 19.1.
Op de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Op de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bedoelde leiding(en). Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Het bevoegd gezag kun een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.2, ten behoeve van het bouwen van gebouwen of bouwwerken, geen gebouw zijnde op de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden, mits:
Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (voorheen: omgevingsvergunning) van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 7.4.1 is niet van toepassing, indien de werkzaamheden of werken:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 7.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 2 (zeer hoge waarde)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen (dubbel)bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 2 (zeer hoge waarde)' bestemde grond mag niet worden gebouwd.
Het bepaalde in artikel 8.2.1 is niet van toepassing indien:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 8.2.1 mits de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.3.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 8.3.2, onder c, van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden.
Het is verboden op of in de gronden met bestemming 'Waarde - Archeologie 2 (zeer hoge waarde)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 8.4.1 is niet vereist indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.4.1 wordt slechts verleend indien de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Indien het bepaalde in artikel 8.4.3 onder c, van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werken of werkzaamheden.
Het is verboden op of in de gronden met het besluitvlak 'Waarde - Archeologie 2 (zeer hoge waarde)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een bouwwerk of bouwwerken te slopen.
Een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 8.5.1 is niet vereist indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.5.1 wordt slechts verleend indien de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.5.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 8.5.4, onder c, van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voor het slopen voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de sloopwerkzaamheden.
De voor 'Waarde - Archeologie 3 (hoge waarde)' aangwezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemming(en).
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen (dubbel)bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 3 (hoge waarde)' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.
Het bepaalde in artikel 9.2.1 is niet van toepassing indien:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 9.2.1 mits de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.3.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 9.3.2, onder c, van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 3 (hoge waarde)' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 9.4.1 is niet vereist indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.4.1 wordt slechts verleend indien de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.4.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 9.4.4, onder c, van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werken of werkzaamheden.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 3 (hoge waarde)' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een bouwwerk of bouwwerken te slopen.
Een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 9.5.1 is niet vereist indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.5.1 wordt slechts verleend indien de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.5.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 9.5.4, onder c, van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voor het slopen voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de sloopwerkzaamheden.
De voor 'Waarde - Archeologie 4 (middelhoge waarde)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemming(en).
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen (dubbel)bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 4 (middelhoge waarde)' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.
Het bepaalde in artikel 10.2.1 is niet van toepassing indien:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 10.2.1 mits de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.3.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 10.3.2, onder c, van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 4 (middelhoge waarde)' aangwezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 10.4.1 is niet vereist indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.4.1 wordt slechts verleend indien de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.4.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 10.4.4, onder c, van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werken of werkzaamheden.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 4 (middelhoge waarde)' aangwezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een bouwwerk of bouwwerken te slopen.
Een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 10.5.1 is niet vereist indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.5.1 wordt slechts verleend indien de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.5.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 10.5.4, onder c, van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voor het slopen voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de sloopwerkzaamheden.
De voor 'Waarde - Archeologie 5 (lage waarde)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemming(en).
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen (dubbel)bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 5 (lage waarde)' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.
Het bepaalde in artikel 11.2.1 is niet van toepassing indien:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 11.2.1 mits de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.3.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 11.3.2, onder c, van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5 (lage waarde)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 11.4.1 is niet vereist indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.4.1 wordt slechts verleend indien de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.4.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 11.4.4, onder c, van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werken of werkzaamheden.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 5 (lage waarde)' aangwezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een bouwwerk of bouwwerken te slopen.
Een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 11.5.1 is niet vereist indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.5.1 wordt slechts verleend indien de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het plangebied naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.5.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden verbinden:
Indien het bepaalde in artikel 11.5.4, onder c, van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voor het slopen voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de sloopwerkzaamheden.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de doeleinden van de andere krachtens dit plan gegeven bestemmingen, primair bestemd voor het behoud van de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van het plangebied.
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht die betrekking heeft op gronden, die op de verbeelding zijn aangewezen als terrein van cultuurhistorische waarden, dient voldoende aannemelijk te maken dat de cultuurhistorische waarden behouden zullen blijven, dit ter beoordeling van het college van het bevoegd gezag.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De onder lid 12.3.1 bedoelde vergunning is niet vereist voor werken, die:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden enig terrein of perceel zodanig te bebouwen, dat daardoor op een aangrenzend terrein, bouwvlak of perceel een toestand zou ontstaan, die aldaar niet meer met de regels van deze dit bestemmingsplan zou overeenstemmen, of voor zover er reeds aldaar een afwijking van de regels bestaat, zodanig te bebouwen, dat deze afwijking zou worden vergroot.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
Voor het bouwen van boomgeleidingsconstructies gelden de volgende regels:
De parkeervoorzieningen dienen te voldoen aan de in Bijlage 1 van deze regels weergegeven normen.
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).
Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' bedraagt de bouwhoogte van een bouwwerk in geen enkel opzicht meer dan 20 meter.
Het bevoegd gezag kan, mits hierdoor geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, een omgevingsvergunning verlenen voor:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het samenvoegen van woningen, met dien verstande dat de karakteristiek van het pand en het gevelbeeld niet onevenredig mogen worden aangetast.
Het bevoegd gezag is bevoegd de bestemmingen te wijzigen, ten aanzien van de plaats van de bestemmingsgrenzen, voorzover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming gaat het belang van de dubbelbestemming voor.
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "Brunssum - Oost".