direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Brunssum - Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0899.BpBrunssumOost-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

Op 8 november is door de gemeenteraad van Brunssum een voorbereidingsbesluit vastgesteld voor het gebied dat onder andere het voormalige Atrium ziekenhuis aan de Kochstraat, de sportvelden van S.V. Brunssum en een deel van het Schutterspark omvat. Het doel van dit nieuwe bestemmingsplan is het overnemen van de geldende bestemmingen uit respectievelijk Beheersverordening 'Woongebied' en het bestemmingsplan Schutterspark. In feite betreft het daarmee een beheersmatig bestemmingsplan. Daarbij is het gewenst dat, gezien de aangenomen motie van 12 juli 2016, het bieden van noodopvang en/of een asielzoekerscentrum in het voormalige Atrium Ziekenhuis wordt uitgesloten. In vervolg op het voorbereidingsbesluit heeft overleg plaatsgevonden met een raadswerkgroep. Momenteel wordt door die raadswerkgroep gezocht naar een nieuwe duurzame invulling van het ziekenhuis (terrein). Eventuele wijzigingen van het bestemmingsplan ten behoeve van die nieuwe invulling maken geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan. Wel is het gewenst bepaalde functies met het oog op de hiervoor bedoelde duurzame invulling uit te sluiten. Naast de hiervoor genoemde opvang betreft dat opvang van (ex)gedetineerden, (ex)verslaafden, probleemgezinnen, buitenlandse werknemers, alsmede functies zoals een tbs-kliniek of psychiatrische inrichting. Ook een zelfstandige gebedsruimte (kerk) is niet gewenst. Al deze gebruiksvormen worden in deze toelichting verder aangeduid met de term 'ongewenste (tijdelijke) gebruiksvormen'.

Dit bestemmingsplan vormt de verantwoording van het planvoornemen en legt de gewenste situatie planologisch en juridisch vast. Er worden nadrukkelijk geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt, het plan is beheersmatig van aard. Deze toelichting is beperkt qua omvang, er wordt niet ingegaan op relevant beleid en sectorale aspecten. Daar deze onderdelen reeds verantwoord zijn in de geldende bestemmingsplan en het geldende bestemmingsplan.

1.2 Ligging en begrenzing plangebied

Het plangebied ligt aan de oostrand van Brunssum ingeklemd tussen het centrum van Brunssum in het westen en de Rode Beek, gelegen tussen de bossen in het oosten. Ten zuiden van het plangebied ligt het Schutterspark en de noordgrens wordt gevormd door de woonwijk Bouwberg. Het plangebied is het gebied waarop het bestemmingsplan van toepassing is en dit is reeds middels een voorbereidingsbesluit door de gemeente Brunssum bekend gemaakt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0899.BpBrunssumOost-VA01_0001.png"

Luchtfoto met roodomlijnd het plangebied

1.3 Geldende plannen

Op het noordelijk deel van het plangebied (voormalige ziekenhuis) is de beheersverordening 'Woongebied' van toepassing welke is vastgesteld door de raad van de gemeente Brunssum op 11 september 2013. Op het zuidelijk deel van het plangebied (S.V. Brunssum) is bestemmingsplan 'Schutterspark Brunssum' van toepassing dat is vastgesteld door de raad van de gemeente Brunssum op 19 mei 2010. Alle gebruiksregels uit de geldende beheersverordening en het geldende bestemmingsplan welke van toepassing zijn op het plangebied worden opgenomen in dit bestemmingsplan.

1.4 Leeswijzer

Na dit inleidende hoofdstuk wordt eerst een korte beschrijving van het plangebied en het planvoornemen gegeven in Hoofdstuk 2. Vervolgens wordt in Hoofdstuk 3 en Hoofdstuk 4 kort toegelicht waarom er verder niet wordt ingegaan op relevant beleid en sectorale aspecten. In Hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de juridische opzet en in Hoofdstuk 6 op de haalbaarheid van dit plan. Tot slot wordt er in Hoofdstuk 7 ingegaan op de voor dit bestemmingsplan te doorlopen procedure.

Hoofdstuk 2 Het planvoornemen

2.1 Plangebied

Het plangebied bestaat in hoofdzaak uit het voormalige Atrium ziekenhuis dat zich in het noordelijk deel van het plangebied bevindt en de voetbalvelden en voorzieningen van S.V. Brunssum welke overlopen in het Schutterspark in het zuidelijk deel van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0899.BpBrunssumOost-VA01_0002.png"

Impressie van de voorzijde van het voormalige Atrium ziekenhuis

2.2 Het voormalige Atrium ziekenhuis

Momenteel is de gemeente op zoek naar een duurzame nieuwe invulling voor het in onbruik geraakte Atrium ziekenhuis aan de Kochstraat. Om te voorkomen dat het terrein minder geschikt wordt voor een duurzame nieuwe invulling is (kortstondig) gebruik van de panden als noodopvang van vluchtelingen of asielzoekerscentrum, voor opvang van (ex)gedetineerden, (ex)verslaafden, probleemgezinnen, buitenlandse werknemers, alsmede voor functies zoals een tbs-kliniek of psychiatrische inrichting niet gewenst. Ook een zelfstandige gebedsruimte (kerk) is niet gewenst. De gemeente beoogd bij het toekennen van een nieuwe functie aan de panden een functie met een duurzame invulling voor vele jaren. Kortstondige oplossingen van tijdelijke aard kunnen hierbij belemmerend werken en zijn dus ongewenst.

2.3 Wijziging

Zoals reeds gesteld heeft dit bestemmingsplan een beheersmatig karakter. Alle specifieke gebruiksregels uit de geldende beheersverordening 'Woongebied' en uit het bestemmingsplan 'Schutterspark Brunssum' welke van toepassing zijn op het plangebied worden één op één overgenomen in dit bestemmingsplan. Regels uit beide plannen welke dusdanig uniform zijn dat zij dezelfde uitwerking hebben zijn samengevoegd. De enige wijziging betreft de uitsluiting van de eerder genoemde ongewenste (tijdelijke) gebruiksvormen voor het voormalige Atrium ziekenhuis. Deze uitsluiting heeft een plaats gekregen in de specifieke gebruiksregels van de bestemming 'Maatschappelijk' van dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Inleiding

Gemeenten zijn niet geheel vrij in het voeren van hun eigen beleid. Rijk en provincies geven met het door hen gevoerde en vastgestelde beleid de kaders aan waarbinnen gemeenten kunnen opereren. In dit hoofdstuk wordt aangetoond dat het planvoornemen, de gewenste uitsluiting als aanvulling op de bestemming 'Maatschappelijk', niet strijdig is met het voor het plangebied relevante nationale en provinciale en gemeentelijke beleid.

3.2 Rijk-, provinciaal- regionaal en gemeentelijk beleid

Het beleid van de diverse overheidsinstanties, zoals Rijk, provincie, regio en gemeente, is uitvoerig behandeld in de toelichting van de geldende beheersverordening 'Woongebied' en in de toelichting van het geldende bestemmingsplan 'Schutterspark Brunssum'. Hieruit is gebleken dat planologische mogelijkheden ten aanzien van het woongebied Brunssum en het Schutterspark passen binnen de beleidskaders van de verschillende overheidsinstanties.

Als gevolg van deze wijziging veranderen de standpunten met betrekking tot deze beleidskaders niet. De functie van de gronden wijzigt niet en er is nadrukkelijk geen sprake van nieuwe ontwikkelingen. Dit bestemmingsplan is enkel opgesteld zodat er zonder kortstondige belemmeringen gezocht kan worden naar een duurzame en langjarige invulling van het voormalige Atrium ziekenhuis. Het betreft een dermate marginale aanpassing ten opzichte van het bestemmingsplan en het bestemmingsplan dat deze van ondergeschikte aard zijn. Hiermee wordt geen afbreuk gedaan aan de oorspronkelijke planologische mogelijkheden voor het woongebied van Brunssum en het Schutterspark. Het Rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid zijn hiermee niet in het geding.

Wel is van belang te vermelden dat in de Structuurvisie Brunssum 2025 dit plangebied is aangewezen als locatie voor woningbouw, mogelijk in combinatie met zorgwoningen en verpleegvoorzieningen. Binnen de geldende maatschappelijke bestemming zijn al mogelijkheden voor bejaardenhuizen en woonzorgcomplexen, welke mogelijkheden blijven behouden. Aangezien er nu nog geen concreet plan voor woningbouw is en daarom ook geen goede toetsing aan onder meer de Structuurvisie Wonen Zuid-Limburg en de Regionale Woonvisie Parkstad Limburg, Lokale Woonvisie Gemeente Brunssum mogelijk is, worden die mogelijkheden nog niet opgenomen in dit bestemmingsplan, maar is het met het oog op de gewenste ontwikkelingsrichting wel gewenst bepaalde andere ongewenste (tijdelijke) gebruiksvormen uit te sluiten.

Hoofdstuk 4 Sectorale aspecten

4.1 Inleiding

4.2 Milieuaspecten

Dit bestemmingsplan is beheersmatig van aard. Onderzoeken naar milieuaspecten zijn dan ook niet benodigd. De wijziging ten opzichte van de geldende beheersverordening en het geldende bestemmingsplan heeft geen milieuhygiënische consequenties, aangezien de wijziging enkel betrekking heeft op een uitsluiting van ongewenste (tijdelijke) gebruiksvormen. Deze wijziging leidt derhalve niet tot nieuwe situaties die van invloed zijn op voor het plangebied relevante milieuaspecten.

4.3 Waterhuishouding

De gewenste wijziging van de geldende beheersverordening en het geldende bestemmingsplan heeft evenwel geen consequenties voor de waterhuishouding. De wijziging heeft enkel betrekking op een uitsluiting ten opzichte van de bestaande situatie en leidt derhalve niet tot nieuwe situaties danwel een toename van het verhard oppervlak.

4.4 Archeologische, cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden

In de geldende beheersverordening en het geldende bestemmingsplan zijn de aanwezige archeologische waarden doorvertaald in de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 1' t/m 'Waarde - Archeologie 4' in de beheersverordening en 'Waarde - Archeologie' en 'Waarde - Cultuurhistorie' in het bestemmingsplan. Daarnaast beschikt de gemeente Brunssum over de 'Thematische herziening archeologie', dit bestemmingsplan is vastgesteld op 1 december 2015 en hierin wordt gesteld dat in alle nieuwe bestemmingsplannnen en beheersverordeningen de archeologische verwachtingskaart moet worden geïmplementeerd. Voor dit bestemmingsplan gelden dus de verschillende archeologische verwachtingswaarden van de archeologische verwachtingskaart. De daarbij behorende regelingen bij de verschillende verwachtingswaarden zijn van toepassing op dit plan. Bij eventuele toekomstige ontwikkelingen waarbij in de bodem zal worden geroerd dienen deze regelingen in acht genomen te worden. Voor de Volledigheid is de archeologische verwachtingskaart met daarop afgebeeld het plangebied nu volgend weergegeven. De regels behorend bij de verschillende waardecategorieën in dit bestemmingsplan zijn afgestemd op de thematische herziening archeologie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0899.BpBrunssumOost-VA01_0003.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0899.BpBrunssumOost-VA01_0004.png"

De uitsluiting welke wordt mogelijk gemaakt met dit bestemmingsplan heeft verder geen consequenties voor de aanwezige waarden van de betreffende gronden. Er vinden geen nieuwe ontwikkelingen plaats en daarmee wordt er niet in de grond geroerd of schade toegebracht aan archeologische en/of cultuurhistorische elementen.

Hoofdstuk 5 Juridische opzet

5.1 Wettelijk kader

Het wettelijk kader voor de inhoud en de vaststellingsprocedure van een bestemmingsplan wordt sinds 1 juli 2008 gevormd door de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en is verder ingevuld door het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening (Rsro). De Wro, het Bro en de Rsro bevatten regels ten aanzien van de (digitale) vormgeving, inhoud en raadpleegbaarheid van bestemmingsplannen, met als doel bestemmingsplannen uniform vergelijkbaar en uitwisselbaar te maken.

5.2 Planonderdelen

Een bestemmingsplan bestaat in elk geval uit een verbeelding (kaart) en planregels, die samen het juridisch deel van het bestemmingsplan vormen. Daarnaast gaat het bestemmingsplan vergezeld van een toelichting, die voorziet in de motivatie en onderbouwing van en de toelichting op de keuzes die zijn gemaakt om te komen tot de verbeelding en regels. Een bestemmingsplan kan ook bijlagen bevatten. Indien de bijlagen een relatie hebben met de regels worden ze opgenomen als bijlage bij de regels, zoals bijvoorbeeld een Staat van bedrijfsactiviteiten. Indien de bijlagen bijdragen aan de onderbouwing c.q. motivatie van het plan worden ze opgenomen als bijlage bij de toelichting, zoals rapporten van onderzoeken die ten behoeve van het plan zijn uitgevoerd.

5.2.1 Inhoud algemeen

Bij het opstellen van de verbeelding en regels van het bestemmingsplan is voldaan aan het bepaalde in de Wro, Bro en de Rsro. Voor het overige is zoveel mogelijk aangesloten bij de gemeentelijke standaarden en plansystematiek. Overigens is de SVBP niet van toepassing op beheersverordeningen dus op onderdelen zijn er kleine redactionele aanpassingen gedaan. De structuur van het plan is zodanig dat de kaart de primaire informatie geeft over de van toepassing zijnde bestemming. In de regels kan vervolgens worden teruggelezen welke gebruiks- en bouwmogelijkheden voor de betreffende bestemming gelden. Behalve bestemmingen kan de verbeelding onder meer aanduidingen en maatvoeringsvlakken bevatten om binnen een bestemming te kunnen voorzien in maatwerk voor een bepaalde locatie. In dat geval zijn steeds ook regels verbonden aan deze aanduidingen en maatvoeringsvlakken.

5.2.2 Regels

De regels zijn conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012), welke als bijlage onderdeel uitmaakt van de Regeling standaarden ruimtelijke ordening (Rsro) opgebouwd en bevatten allereerst begripsomschrijvingen en meetvoorschriften om respectievelijk interpretatie- en meetverschillen uit te sluiten in Inleidende regels. Vervolgens zijn in Bestemmingsregels de regels voor de afzonderlijke bestemmingen en dubbelbestemmingen opgenomen, waarbij voor elke bestemming is voorzien in een apart artikel. Voor zover behoefte bestaat aan het opnemen van regels die niet zijn gebonden aan een specifieke bestemming, maar gelden voor het gehele dan wel een gedeelte van het plangebied, dan zijn de betreffende regels opgenomen in Algemene regels van de regels. Indien de betreffende regels betrekking hebben op slechts een gedeelte van het plangebied, dan wordt dat op de verbeelding aangegeven door middel van een zogenoemde gebiedsaanduiding.

De bestemmingsregels zijn in beginsel steeds op dezelfde manier opgebouwd:

  • 1. Bestemmingsomschrijving;
  • 2. Bouwregels;
  • 3. Nadere eisen;
  • 4. Afwijken van de bouwregels;
  • 5. Specifieke gebruiksregels;
  • 6. Afwijken van de gebruiksregels;
  • 7. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;
  • 8. Wijzigingsbevoegdheid.

Hoe gronden met een bepaalde bestemming mogen worden gebruikt is primair beschreven in de bestemmingsomschrijving. Eventuele aanvullingen of uitzonderingen zijn opgenomen in de specifieke gebruiksregels. De bouwregels bevatten de regels ten aanzien van de mogelijkheden om gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde op te richten. Zowel ten aanzien van gebruik als bouwen geldt dat binnen een bepaalde marge kan worden voorzien in mogelijkheden om af te wijken van de bouw- en gebruiksregels. Deze mogelijkheden zijn opgenomen onder respectievelijk 'Afwijken van de bouwregels' en 'Afwijken van de gebruiksregels'.

Voor zover gewenst kan in de regels voor een bestemming worden voorzien in een vergunningstelsel voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden. Deze vergunningstelsels dienen dan veelal ter bescherming van binnen de bestemming voorkomende waarden of ter bescherming van bijvoorbeeld ondergrondse leidingen. Indien gewenst kan ook worden voorzien in een bevoegdheid om een bestemming geheel dan wel gedeeltelijk te wijzigingen in een andere bestemming. Dergelijke bevoegdheden worden opgenomen onder het kopje 'Wijzigingsbevoegdheid'.

Naast voornoemde veel voorkomende onderdelen van bestemmingsregels kan worden voorzien in een vergunningstelsel voor het slopen van bebouwing en specifieke procedureregels.

Hoofdstuk 6 Haalbaarheid

6.1 Economische haalbaarheid

Ook voor de de economische haalbaarheid voor het plangebied 'Brunssum - oost' geldt dat deze reeds in de geldende beheersverordening en in het geldende bestemmingsplan is aangetoond. Aangezien middels onderhavige afwijking slechts sprake is van de uitsluiting van ongewenste (tijdelijke) gebruiksvormen, zijn er voor de gemeente Brunssum, behoudens de kosten voor ambtelijke voorbereiding en procesbegeleiding, geen kosten aan de realisering van dit plan verbonden. De voorziene afwijking brengt noch voor de eigenaren noch voor de gemeente of andere partijen kosten met zich mee. De economische uitvoerbaarheid van het plan is hiermee verzekerd.

6.2 Maatschappelijke haalbaarheid

Tegen deze afwijking bestaan naar verwachting geen maatschappelijke bezwaren aangezien er in dit geval mogelijkheden worden gecreëerd die de kans op een duurzame langjarige invulling van het voormalige Atrium ziekenhuis mogelijk maken.

Hoofdstuk 7 Procedure

7.1 De te volgen procedure

Het bestemmingsplan doorloopt de volgende procedure:

Ontwerp: 

  • Publicatie en terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan overeenkomstig afdeling 3.4 Awb en de Wro;
  • Gedurende deze terinzagelegging kan een ieder een zienswijze indienen bij de gemeenteraad;

Vaststelling:

  • Vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad;
  • De provincie heeft de mogelijkheid om een reactieve aanwijzing te geven (dat gedeelte waarvoor een reactieve aanwijzing is gegeven treedt niet in werking);
  • Publicatie en terinzagelegging van het vaststellingsbesluit en vastgestelde bestemmingsplan gedurende de beroepstermijn;

Inwerkingtreding:

  • Na afloop van de beroepstermijn (tenzij binnen de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening wordt gedaan).

Beroep (indien aan de orde):

  • Beroep bij Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State;

In het kader van deze procedure is het voor eenieder mogelijk om gedurende de ter inzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan zijn/haar zienswijze (bij de gemeenteraad) kenbaar te maken. In publicaties met betrekking tot de diverse stappen die het plan moet doorlopen wordt daarvan steeds melding gemaakt. Wanneer beroep wordt ingesteld, beslist de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over het bestemmingsplan.

7.2 Kennisgeving

Overeenkomstig artikel 1.3.1. Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is kennis gegeven van het voornemen tot het voorbereiden van het bestemmingsplan 'Brunssum - Oost'. Hierin is vermeld dat het planvoornemen voorziet in het toevoegen van de gewenste uitsluiting.

7.3 Vooroverleg

De voorheen geldende beheersverordening en het voorheen geldende bestemmingsplan zijn in het kader van het wettelijke vooroverleg destijds voorgelegd aan de diverse instanties (provincie Limburg, waterschap) en voldeed destijds aan de beleidskaders van de verschillende instanties. Met dit bestemmingsplan wordt enkel een uitsluiting mogelijk gemaakt, er vindt geen bestemmingswijziging plaats en er is geen sprake van nieuwe ontwikkelingen, het plan heeft een beheersmatig karakter. Er zijn hierdoor geen rijks- of provinciale belangen in het geding. Het is de verwachting dat instanties geen opmerkingen zullen maken op dit bestemmingsplan en er zal in dit geval geen vooroverleg worden gepland. Verdere afstemming met de gemeente inzake dit plan heeft telefonisch danwel per mail plaatsgevonden. Dit bestemmingsplan zal direct als ontwerp-bestemmingsplan ter inzage worden gelegd.

7.4 Vaststelling

Het ontwerp-bestemmingsplan heeft met ingang van 30 november 2017, gedurende 6 weken (tot en met 10 januari 2018) ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is één zienswijze binnengekomen. De zienswijze heeft niet geleid tot een wijziging van het bestemmingsplan. Het plan is wel ambshalve gewijzigd overeenkomstig de wijzigingen als beschreven in het raadsbesluit van 13 maart 2018.