direct naar inhoud van Artikel 4 Centrum - Uit te werken
Plan: Doorsteek Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0899.BpDoorsteekCentrum-VA02

Artikel 4 Centrum - Uit te werken

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel op de begane grond;
  • b. dienstverlening op de begane grond;
  • c. wonen op de verdieping(en);
  • d. winkelondersteunende horeca op de begane grond;
  • e. ongebouwde en gebouwde, eenlaagse parkeervoorzieningen;
  • f. laden en lossen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - tracé voetgangersgebied' is een voetgangersgebied / doorsteek met een breedte van minimaal 8 meter en maximaal 10 meter toegestaan;

en tevens voor:

  • h. consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten op de begane grond;
  • i. verkeers- en verblijfsdoeleinden;

met bijbehorende gebouwen bouwwerken geen gebouwen zijnde, pleinen, groenvoorzieningen, kunstwerken, voorzieningen van openbaar nut, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

4.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de bestemming uit overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en met inachtneming van de hierna volgende regels:

4.2.1 Voorwaarden bij de uitwerking
  • a. Bij de uitwerking van de stedenbouwkundige opzet wordt gestreefd naar een versterking van de bestaande ruimtelijke karakteristiek van het Ei (het gebied omgeven door Koutenveld, Raadhuisstraat, Pastoor Savelbergstraat en Ingenieur op den Kampstraat). Belangrijke kenmerken van dit gebied welke specifiek bij de uitwerking in acht dienen te worden genomen zijn het steenachtige karakter, de heldere begrenzing tussen openbaar en privégebied, de aaneengesloten bebouwing en de ligging van de bebouwing direct aan de publieke ruimte, met uitzondering van de bebouwing gelegen aan het Koutenveld waar de bebouwing niet direct aan de publieke ruimte is gelegen;
  • b. bij de uitwerking van het plan wordt gestreefd naar een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, door o.a. optimalisering van de routing, parkeervoorzieningen en ontsluiting;
  • c. voor de vaststelling van het uitwerkingsplan dient vast te staan dat er een aanvaardbare milieuhygiënisch woon- en leefklimaat zal zijn gewaarborgd. Dit betekent onder andere dat de milieuhygiënische belemmeringen ten gevolge van binnen en buiten het plangebied aanwezige milieubelastende functies, op grond waarvan milieubelemmeringen zijn bepaald, genoegzaam dienen te zijn weggenomen en/of de voorwaarden in acht zijn genomen zoals neergelegd in de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende relevante leefmilieuaspecten;
  • d. in het plangebied is een nieuw aan te leggen voetgangersgebied voorzien ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - tracé voetgangersgebied';
  • e. in het plangebied mag maximaal 7.100 m² brutovloeroppervlak detailhandel worden gerealiseerd, waarbij wordt uitgegaan van een brutovloeroppervlak van maximaal 600 m² per winkel;
  • f. in aanvulling op het bepaalde onder e dient ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - grootschalige retail 1' en van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - grootschalige retail 2 per desbetreffend deelgebied in ieder geval één winkel te worden gerealiseerd met een minimaal brutovloeroppervlak van 900 m²;
  • g. indien de parkeervoorzieningen zoals bedoeld in 4.1 onder e (deels) ondergronds wordt uitgevoerd, dient voldaan te worden aan het bepaalde in 8.1 en mag geen verstoring van de waterhuishouding plaatsvinden;
  • h. binnen het plangebied mag maximaal 1 supermarkt gerealiseerd worden;
  • i. laden en lossen ten behoeve van de supermarkt dient inpandig plaats te vinden. De toelevering van goederen voor de overige detailhandelsvestigingen dient zoveel mogelijk aan de achterzijde plaats te vinden;
  • j. er wordt voorzien in ontsluiting van c.q. bereikbaarheid van de achterzijde van de ten zuidoosten van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum – tracé voetgangersgebied' gelegen percelen aan de Kerkstraat, ten behoeve van (vracht)auto's, waarbij wordt voorzien in een rijbaan met een dwarsprofiel van tenminste 4 meter en waarbij tevens buiten de begrenzing van voornoemde rijbaan wordt voorzien in voldoende opstelplaatsen ten behoeve van laden en lossen c.q. passeerstroken.
4.2.2 Algemene inrichtingsregels
  • a. Het gebied sluit qua ruimtelijke karakteristiek aan bij de ligging in het centrumgebied. Dit komt met name tot uitdrukking in de inrichting en het gebruik van de openbare ruimte;
  • b. ter ondersteuning en markering van de centrumfunctie en stimulering van de routing, is bij de aansluiting van het voetgangersgebied op de Kerkstraat / Wilhelminastraat en de Schiffelerstraat een openbaar plein toegestaan;
  • c. de ontsluitingsstructuur in het plangebied wordt zoveel mogelijk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - tracé voetgangersgebied' gerealiseerd;
  • d. het profiel van het nieuw aan te leggen voetgangersgebied / de doorsteek ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - tracé voetgangersgebied' bedraagt minimaal 8 meter en maximaal 10 meter;
  • e. in het uitwerkingsplan worden parkeernormen opgenomen waaraan getoetst dient te worden. Als uitgangspunt geldt dat de parkeervoorzieningen zoveel mogelijk uit het straatbeeld op eigen terrein dienen te worden aangelegd. Hiervan kan worden afgeweken indien aangetoond kan worden dat uitvoering op eigen terrein niet mogelijk is, maar in het openbaar gebied voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid danwel uit onderzoek blijkt dat dubbelgebruik van parkeerplaatsen niet tot een onevenredige aantasting van de parkeerdruk leidt. Voor de van toepassing te verklaren parkeernormering wordt gebruik gemaakt van de in bijlage 2 van dit bestemmingsplan opgenomen parkeernormen;
  • f. er wordt een grootschalige parkeervoorziening gesitueerd in de noordwesthoek van het plangebied en deze wordt ontsloten via het Koutenveld. Gelet op het hoogteverschil tussen Koutenveld en Kerkstraat zal de parkeervoorziening deels op maaiveldniveau Koutenveld en deels op de eerste bouwlaag van de bebouwing aan de nieuwe promenade gelegen zijn. Een en ander is afhankelijk van de exacte ligging van het nieuw aan te leggen voetgangersgebied / de doorsteek;
  • g. het nieuw aan te leggen voetgangersgebied / de doorsteek wordt ingericht als een verblijfsgebied, zonder functie voor het doorgaande verkeer. Toelevering van goederen en ontsluiting van de bebouwing gelegen aan de doorsteek kan, indien noodzakelijk vanuit het oogpunt van een goede verkaveling en stedenbouwkundige opzet van het gebied, ook geheel of gedeeltelijk via de doorsteek plaatsvinden;
  • h. voorzieningen van algemeen nut dienen zodanig te worden gesitueerd en/of door beplanting te worden afgeschermd, dat de directe (leef)omgeving in voldoende mate wordt gevrijwaard van visuele en andere hinder.
4.2.3 Algemene bouwregels
  • a. In het uitwerkingsgebied worden ten hoogste 70 woningen gebouwd en deze mogen uitsluitend worden gerealiseerd met inachtneming van het bepaalde in de Wet geluidhinder;
  • b. in het uitwerkingsplan worden de minimale en/of maximale bouwhoogten, de maximale bebouwingspercentages, de overige maatvoeringseisen en de situering van de op te richten gebouwen, zoals onder meer de exacte ligging van de voorgevelrooilijn / voorgevelbouwgrens, vastgelegd, met inachtneming van de uitgangspunten als verwoord in de uitwerkingsregels zoals opgenomen in 4.2;
  • c. in het uitwerkingsplan worden bouwvlakken of -stroken opgenomen waarbinnen de hoofdgebouwen dienen te worden gebouwd;
  • d. het maximale bebouwingspercentage rondom het voetgangersgebied bedraagt 100%;
  • e. de bebouwing rondom het voetgangersgebied dient te worden opgericht in een grotendeels gesloten straatwand, waarbij in de doorsteek minimaal 70% gelijktijdig gerealiseerd dient te worden;
  • f. de minimale frontbreedte van de hoofdgebouwen langs het voetgangersgebied / de doorsteek bedraagt 10 meter;
  • g. de hoofdgebouwen langs het voetgangersgebied / de doorsteek worden gebouwd in maximaal 3 bouwlagen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' maximaal het aangeduide aantal bouwlagen mag worden gebouwd;
  • h. bij de aansluiting van het voetgangersgebied / de doorsteek op de Kerkstraat bedraagt de maximale bouwhoogte van de hoofdgebouwen 3 bouwlagen;
  • i. bij de aansluiting van het voetgangersgebied / de doorsteek op Koutenveld en Schiffelerstraat bedraagt de maximale bouwhoogte van de hoofdgebouwen 4 bouwlagen, met dien verstande dat een geleidelijke overgang in hoogte gecreëerd dient te worden naar de lagere bebouwing langs het voetgangersgebied / de doorsteek en de bebouwing aan de Schiffelerstraat;
  • j. op de eerste bouwlaag zijn de toegestane niet-woonfuncties gelegen en de hoogte van deze bouwlaag bedraagt maximaal 6 meter, een en ander met inachtneming van het bepaalde in 4.2.2 sub f;
  • k. op de verdiepingen zijn de woningen en/of parkeervoorzieningen gelegen en de hoogte per bouwlaag bedraagt maximaal 3,2 meter, een en ander met inachtneming van het bepaalde in 4.2.2 sub f;
  • l. in het uitwerkingsplan kan worden bepaald dat het bevoegd gezag - behoudens ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' - middels een omgevingsvergunning af kan wijken voor verhoging van het maximale aantal toegestane bouwlagen met maximaal 1 bouwlaag, mits:
    • 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet worden aangetast;
    • 2. de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van een doelmatig en/of efficiënt gebruik van de

bebouwing op het bouwperceel;

  • m. de voorgevel van hoofdgebouwen dient in de voorgevelrooilijn gebouwd te worden;
  • n. de voorgevel van hoofdgebouwen aan het Koutenveld dient in of achter de op de verbeelding middels de figuur 'gevellijn' aangeduide voorgevelrooilijn gebouwd te worden;
  • o. in het uitwerkingsplan kan worden bepaald dat het bevoegd gezag middels een omgevingsvergunning af kan wijken van het bepaalde onder m en/of n, mits:
    • 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet worden aangetast;
    • 2. de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van een doelmatig en/of efficiënt gebruik van de bebouwing op het bouwperceel;
  • p. indien de hoofdgebouwen met een schuine kap afgedekt worden, dient de nokrichting zoveel mogelijk parallel te lopen aan de weg dan wel doorsteek;
  • q. de inhoud van een woning dient minimaal 200 m³ te bedragen;
  • r. voorzieningen van algemeen nut zijn toegelaten tot een bouwhoogte van maximaal 3 meter en een oppervlak per gebouw van maximaal 30 m²;
  • s. op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waaronder begrepen lichtmasten, kunstwerken, informatieborden, wegwijzers, verkeerssignaleringen en -regelinstallaties, schakelkasten, straatmeubilair en (beeldende) kunstobjecten;
  • t. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde in het openbaar gebied bedraagt maximaal 8 meter voor verlichting, masten, wegwijzers, verkeerssignaleringen en -regelinstallaties, schakelkasten, straatmeubilair en (beeldende) kunstobjecten en maximaal 5 meter voor de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • u. in afwijking van het bepaalde in t is de maximale bouwhoogte van kunstwerken (al dan niet overkapte bruggen) gelijk aan de bouwhoogte als bepaald in 4.2.3 onder h. De hoogte tussen het maaiveld van het voetgangersgebied / de doorsteek en de onderzijde van het kunstwerk bedraagt minimaal 5 meter;
  • v. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op bouwpercelen bedraagt maximaal 2 meter voor erf- en terreinafscheidingen en maximaal 3 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.3 Bouwregels
  • a. Op de gronden mogen bouwwerken uitsluitend worden gebouwd alsmede werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden worden uitgevoerd in overeenstemming met een door burgemeester en wethouders uitgewerkt plan dat rechtskracht heeft;
  • b. in afwijking van het onder a gestelde kan, zolang het uitwerkingsplan of een gedeelte daarvan nog niet in werking is getreden, worden gebouwd overeenkomstig het ontwerpuitwerkingsplan dat ter visie heeft gelegen en indien gedurende de termijn van ter visie legging geen zienswijzen tegen het ontwerpuitwerkingsplan zijn ingediend;
  • c. in afwijking van het onder a gestelde mogen, zolang en voor zover het uitwerkingsplan of een gedeelte daarvan nog niet in werking is getreden, werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden welke zijn gericht op realisering van de bestemming uitsluitend worden uitgevoerd onder de voorwaarden, dat:
    • 1. deze werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden in overeenstemming zullen zijn met, dan wel op verantwoorde wijze kunnen worden ingepast in een daarvoor opgesteld ontwerpuitwerkingsplan, dat ter visie heeft gelegen, en:
    • 2. gedurende de termijn van ter visie legging geen zienswijzen tegen het ontwerpuitwerkingsplan zijn ingediend.
4.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten behoeve van:

  • a. de situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. de ruimtelijke kwaliteit en/of het stedenbouwkundig beeld ter plaatse;
  • c. het aantal parkeervoorzieningen;
  • d. de situering van parkeervoorzieningen;
  • e. de situering van onderdoorgangen.
4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. cultuur en ontspanning;
  • b. kantoor;
  • c. maatschappelijke voorzieningen;
  • d. horecavoorzieningen, anders dan bedoeld in 4.1.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.6.1 Afwijking t.b.v. horecavoorziening met terras

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 onder d teneinde een horecavoorziening met bijbehorend terras toe te laten, met dien verstande dat:

  • a. deze uitsluitend toegestaan is rondom de hoeken van Koutenveld / Schiffelerstraat of Kerkstraat met de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - tracé voetgangersgebied';
  • b. zwaardere horeca, waaronder discotheken, dancings en zalencentra, niet toegestaan zijn;
  • c. er geen onevenredige aantasting mag ontstaan van het woon- en leefmilieu;
  • d. deze qua vormgeving dient te passen in het straatbeeld.
4.6.2 Afwijking t.b.v. extra (gebouwde) parkeerlaag

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 onder e teneinde een extra parkeerlaag toe te laten, met dien verstande dat:

  • a. deze uitsluitend toegestaan is ter plaatse van de grootschalige parkeervoorziening als bedoeld in 4.2.2 sub f;
  • b. dit noodzakelijk is om een onevenredige parkeerdruk te voorkomen;
  • c. er geen onevenredige aantasting mag ontstaan van het woon- en leefmilieu;
  • d. deze qua vormgeving dient te passen in het straatbeeld.