Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Ontwikkeling Afvalzorg
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0899.BPOntwAfvalzorg-VG01

Artikel 6 Leiding - Hoogspanningsverbinding

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van bovengrondse hoogspanningsleidingen.

6.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en), mogen op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de hoogspanningsverbinding worden gebouwd.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6 lid 2 en toestaan dat mag worden gebouwd ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding en vooraf toestemming wordt verkregen van de betreffende leidingbeheerder. Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover geen veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.4.1 Vergunningplichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in de in dit artikel bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
a. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen;
b. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger dan 2,5 m;
c. het opslaan van materialen of stoffen, die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren;

6.4.2 Uitzonderingen

Het in artikel 6 lid 4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
 
a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning is verleend;
b. die ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
c. die het normale beheer en onderhoud van de leidingen betreffen.

6.4.3 Voorwaarden

De in artikel 6 lid 4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover door de werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast. Voorafgaand aan de beslissing over een vergunning als bedoeld in artikel 6 lid 4.1 moeten burgemeester en wethouders toestemming hebben verkregen van de betrokken leidingbeheerder.